Handmatig verbinden
-
Druk op (HOME).
De weergave van (Netwerk (Network)) varieert, afhankelijk van de netwerkverbindingsstatus van de printer.
-
Gebruik de knop of om Instellingen (Settings) te selecteren en druk daarna op de knop OK.
-
Selecteer LAN-instellingen (LAN settings) en druk op de knop OK.
Opmerking
- Als de beheerdersmodus is ingeschakeld, wordt het instellingenscherm mogelijk niet weergegeven voor standaardgebruikers. Vraag uw netwerkbeheerder om de instellingen.
-
Selecteer Wi-Fi en druk op de knop OK.
-
Selecteer Wi-Fi-instelling (Wi-Fi setup) en druk op de knop OK.